Hoe kunnen ouderen met autisme het best verzorgd, verpleegd, ondersteund worden? Kan dit het best helemaal thuis, in een vertrouwde omgeving, met een uitgebreid zorgnetwerk. Of is het beter in een verzorgingstehuis? En wat met ‘autisten’ op de geriatrie, moeten zij eigenlijk niet op de psychogeriatrie verpleegd worden? Staan huisartsen wel zo open voor ouderen met autisme?
Oudere mensen met autisme, een vergeten groep
Allemaal interessante vragen. Autisme verbetert niet met het ouder worden. In de literatuur is veel te vinden over jongere kinderen, vanuit het gegeven dat het een ontwikkelingsstoornis is. Maar met het stijgen van de leeftijd slinkt de boekenplank. Jammer, want ‘een volwassen leven is minstens even zo belangrijk en duurt minstens zo lang als de kindertijd’. Oudere mensen met autisme zijn vaak nog een vergeten groep, dikwijls over het hoofd gezien in ziekenhuizen en verzorgingshuizen, en in onderzoeken naar een betere ondersteuning voor mensen met autisme.
Dat leidt soms tot schrijnende toestanden. In rusthuizen en geriatrische afdelingen in ziekenhuizen worden ze bijvoorbeeld verplicht samen te eten in een grote eetzaal, waar ze vaak een grote angst voor hebben. Sommige verzorgenden en bepaalde geriaters hebben een voldoende open visie om in te zien dat deze mensen beter op hun kamer kunnen blijven tijdens groepsmomenten. Soms kunnen er zelfs, vaak samen met vrijwilligers die ook liever één mens of een kleine groep begeleiden, alternatieven opgestart worden. Sommige mensen bloeien daar echt van op.
Helaas willen andere zorgverleners deze mensen kost wat kost verplichten tot ‘sociaal gedrag’ dat hen veel stress bezorgt. Stress die zich uit in onbegrijpelijk gedrag, agressie, angst, paniek of depressie, en medicatiegebruik doet toenemen of zelfs leidt tot fixatie.
Soms worden oudere mensen met autisme ook verward met mensen met (beginnende) dementie.
Tips voor zorgverleners die omgaan met ouderen met autisme
Er bestaat geen kenmerk dat typisch en uniek is voor autisme, het kan zich op veel verschillende manieren uiten. Autisme kenmerkt zich immers vooral in een andere manier van waarnemen, informatie verwerken en betekenis geven. Door de hogere intelligentie van sommige mensen kan de camouflage van autisme erg goed zijn. Met het ouder worden verbleken autistische kenmerken bij de (normaal) begaafde autistische mensen.
Een oudere met autisme die (nog) geen diagnose gekregen heeft, loopt een verhoogd risico op het krijgen van een depressie of angststoornis op latere leeftijd. Deze kunnen naast het autisme optreden, maar tegelijkertijd de diagnostiek van autisme vertroebelen.
Er moet goed geluisterd worden naar wat de persoon zelf wil en hem of haar moet de keuze gelaten worden.
Laat ouderen met autisme hun eigen tempo bepalen, ze doen er soms langer over om te reageren. Neem hun soms ‘vreemde’ klachten ernstig en laat ze hun zelf-gekozen oplossingen gebruiken.
Spreek hen zelf aan en behandel hen niet als kleine kinderen maar als volwaardige mensen.
(BEWERKING VAN EEN BLOG VAN TISTJE – 26 MEI 2011)