7 november 2018
Ik zat op het station in Utrecht, te wachten op mijn trein naar huis. Het derde gesprek met Carmen Lisman van de Autismespecialist had ik net achter de rug. Het rapport met haar bevindingen zat in mijn tas.
Ja, ik bleek dus inderdaad autistisch te zijn. Dat kwam niet echt als een verrassing, maar toch als een schok. In haar verslag beschrijft Carmen mij als “een vriendelijke dame met een leeftijdsadequaat en verzorgd uiterlijk”.
Ik ben 65 jaar en de diagnose van autisme komt dus rijkelijk laat.
Mijn hele leven al had ik vaak het gevoel dat ik anders was. Maar ja, misschien had iedereen dat wel. De confrontaties en dat ik me vaak afgewezen voelde, konden door van alles en nog wat veroorzaakt worden. Een levenslange zoektocht waarin ik nog geen passende antwoorden had gekregen, ook niet toen ik hulp zocht bij de GGZ. En al met al had ik me toch redelijk goed kunnen handhaven, met betaald werk, een huwelijk van meer dan 20 jaar en twee prachtige zoons.
Het vermoeden kwam al een half jaar geleden bij mij op. Ik heb toen Aspergirls van Rudy Simone te pakken gekregen en ademloos uitgelezen. Vanaf dat moment werd het steeds duidelijker dat dit helemaal op mij paste, als een puzzel die eindelijk af is, zodat je kunt zien wat het plaatje voorstelt.
De informatie die ik vóór die tijd had over autisten, ging over mannen en jongens. Hun gedrag en problemen waren zo anders dan wat ik meemaakte, dat ik nog nooit op het idee was gekomen dat ik ook bij deze groep hoorde.
De trein kwam het station binnen. Ik zou thuis wel verder gaan met lezen, opzoeken en nadenken.
Vrieda